Africhting
Socialisatie is niet hetzelfde als opvoeding. En opvoeding is niet hetzelfde als africhting.
Door je hond te socialiseren leer je hem in allerlei (nieuwe) situaties op een goede manier te reageren; niet angstig of agressief.
Met een juiste opvoeding leer je je hond niet alleen een aantal basisbegrippen aan (b.v. zitten, liggen, komen, niet trekken aan de lijn), maar je leert hem vooral wat wel en niet mag. Hij mag wel op z’n bot knagen maar niet aan de tafelpoot; hij mag wel in z’n mand liggen, maar niet op de bank. Opvoeden is het aanleren van grenzen, wat mag hij doen en hoe ver kan hij gaan.
De basisprincipes van de opvoeding zijn:
Beloon goed gedrag, negeer of voorkom ongewenst gedrag.
De africhting is vooral gericht op het aanleren van een aantal oefeningen (b.v. volgen, apporteren, zoeken, enz.). Wanneer het goed is lopen opvoeding en africhting naadloos in elkaar over.
Binnen de africhting kennen we de volgende onderdelen:
ï‚· Verkeerszekere hond (VZH)
ï‚· Verdedigingshond (IPO of SchH I, II en III)
ï‚· Speurhond (SpH)
ï‚· Uithoudingsvermogen (UV)
De IPO of SchH opleiding bestaat uit drie onderdelen, onderscheiden door de letters A, B en C.
De A staat voor speuren, de B voor appel en de C voor manwerk.
Er kunnen, in zwaarte oplopend, 3 diploma’s worden behaald. Tevens is het voor elk van de onderdelen A, B of C mogelijk een deelcertificaat te halen.
Bij de opleiding tot SpeurHond (SpH) kun je twee diploma’s halen, SpH-1 en SpH-2.
VZH staat voor VerkeersZekereHond. Deze opleiding is wat betreft de gehoorzaamheidsoefeningen volledig gelijk aan een deel van de gehoorzaamheidsoefeningen van het IPO/SchH 1. Daarnaast bestaat dit examen uit een toetsing van de gehoorzaamheid en het gedrag van de hond in eenvoudige verkeerssituaties.
De reglementen van al deze onderdelen kun je vinden op de VDH site ( onder knop info vind U bij de links, een verwijzing naar VDH).
Speuren
Het speuren is een erg mooi, maar ook erg moeilijk onderdeel van de africhting. Bij het speuren maken we gebruik van het goed ontwikkelde reukvermogen van de hond. Juist de goede reuk van een hond, ten opzichte van het gebrekkig reukvermogen van de mens, maakt dit zo’n moeilijk onderdeel. Als geleider moet je helemaal op je hond kunnen en willen vertrouwen.
Al op jeugdige leeftijd kan een basis voor het latere speuren gelegd worden. De lengte van het spoor bij de verschillende examens varieert van 350 tot 2000 passen. Een spoor voor beginners heeft twee hoeken, voor gevorderden zijn dat er zeven. Op het spoor worden verschillende voorwerpen gelegd die door de hond gevonden moeten worden.
Appèl
Alle verdere vervolgcursussen die je met je hond wilt doen beginnen en eindigen met gehoorzaamheid. Gehoorzaamheid is de basis van alles. Als een hond niet goed luistert heeft het geen zin hem andere ‘trucjes’ aan te leren. Sterker nog, dat kan zeer gevaarlijk zijn. Een hond moet niet alleen thuis in z’n veilige omgeving gehoorzaam zijn, maar ook in de stad, op het uitlaatveld, in het bos enz.
Daarom is het trainen bij een kringgroep erg belangrijk. Samen met je hond leer je hier de oefeningen uit te voeren met afleiding van andere mensen en honden. In het gehoorzaamheidsprogramma komen oefeningen voor als het aan de voet volgen in gewone, langzame en looppas; het tijdens het volgen gaan zitten, liggen en blijven staan; komen bij de baas; apporteren; vooruit sturen en blijven liggen. Aan het G&G programma is nog de oefening terugsturen plaats toegevoegd.
Pakwerk
Het pakwerk is voor velen een leuk en spectaculair onderdeel. Alleen met een goed gehoorzame hond kan men met dit deel van het IPO/SchH programma beginnen. Van het beoefenen van pakwerk wordt de hond niet ‘vals’. Het programma zit zodanig in elkaar dat de hond leert om te verdedigen, niet om aan te vallen. Hij moet de ‘boef’ eerst opsporen (doorzoeken van verstekken) en mag alleen bijten als de ‘boef’ probeert te vluchten of hem of zijn baas aanvalt.
Bij dit onderdeel worden strenge eisen gesteld aan de gehoorzaamheid van de hond. Ook moet de hond qua karakter aan bepaalde eisen voldoen. Hij moet, zoals een Duitse Herder betaamt, evenwichtig en zelfverzekerd zijn. Met een onzekere, wat angstige hond kun je beter geen pakwerk doen.